Icarusblauwtje

Het icarusblauwtje (Polymmatus icarus) is het algemeenste blauwtje in Nederland en komt voor op kruidenrijke graslanden en ruigten.

De voorvleugellengte: circa 15 mm. De bovenkant van de vleugels is bij het mannetje blauw en bij het vrouwtje bruin. Sommige vrouwtje hebben een sterke blauwe bestuiving, maar er komen ook zuiver bruine vrouwtjes voor. De franje is niet geblokt maar zuiver wit. De vlekken op de onderkant van de voor- en de achtervleugel zijn even groot. Op de onderkant van de voorvleugel bevinden zich twee wortelvlekken, waarmee deze soort van alle verwante soorten is te onderscheiden. Vaak is de onderkant van de vleugels bij de vleugelwortel blauw bestoven.

Een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt.

Allerlei kruidenrijke vegetaties, zoals halfnatuurlijke graslanden, lage pioniersvegetaties, parken, wegbermen en dijken.

Diverse vlinderbloemigen; vooral kleine klaver, rolklaver en hopklaver.

Begin mei-begin oktober in twee, soms drie overlappende generaties. De vlinders voeden zich met nectar van vooral vlinderbloemigen en vliegen meestal laag boven de vegetatie. De vlinders brengen de nacht door in groepjes, waarbij ze met de kop naar benenden in de vegetatie hangen.

De rups is vrijwel het hele jaar door aanwezig. Jonge rupsen eten van het tussenweefsel van het blad; de buitenlaag blijft intact. Grotere rupsen eten het hele blad. De soort overwintert als rups in de strooisellaag of laag tegen een stengel van de waardplant. De verpopping vindt plaats op de grond.

(bron: vlindernet)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *