Rechts naast de Grote Kerk op Markt in Groede een standbeeld van Jacob Cats (1577- 1660) ook wel Vader Cats genoemd. ‘Vadertje Cats’ was de populairste schrijver van de Gouden Eeuw. Zijn verhalen en gedichten muntten uit in praktische levenslessen. Destijds zou zijn werk in geen enkel gezin ontbroken hebben. Dat heeft geen enkele andere Nederlandse dichter bereikt. Lees verder
Categorie archieven: Zeeland
Zeeland Vlissingen – Beursgebouw
Het beursgebouw in Vlissingen in de provincie Zeeland is gevestigd op het Beursplein. Dit gebouw, in renaissancestijl, werd opgericht in 1635 in de Hollandse renaissancestijl, op de plaats van het oorspronkelijk beursgebouw uit 1540.
Het was gelegen aan een toegangsweg naar de Westerschelde, het plein aan de aangrenzende Smallekade was toen nog een kanaal. Lees verder
Zeeland Vrouwenpolder – Neeltje Jans – Oosterscheldekering
Neeltje Jans is als werkeiland een onderdeel van de Oosterscheldekering. Na het voltooien van de Deltawerken is er op Neeltje Jans een informatie- en attractiepark geopend. In het informatiecentrum is een expositie over de Deltawerken te zien met (visuele) informatie. Lees verder
Zeeland Middelburg – Stadhuis
Het Stadhuis van Middelburgs een stadhuis in laat gotische stijl gelegen aan de Markt in Middelburg. De bouw begon in 1452 geleid door meerdere generaties van de Vlaamse architectenfamilie Keldermans en duurde tot 1520. Het stadhuis heeft een façade met gotische vensters, rood-witte luiken, torentjes en vijfentwintig beelden van Zeeuwse graven en gravinnen. Lees verder
Zeeland Vlissingen – Standbeeld Michiel de Ruyter
Het standbeeld van Michiel de Ruyter staat op Boulevard de Ruyter in zijn geboorteplaats Vlissingen. Het standbeeld uit 1841 is van de hand van de Vlaamse beeldhouwer Louis Royer. Op het beeld is De Ruyter te zien, staande op een scheepsdek met de rug naar het stuurwiel, met een kijker in de hand en de andere hand in de zij. Lees verder
Zeeland – Oosterscheldekering
De Oosterscheldekering is een waterkering in Nederland. Het is het grootste onderdeel van de Deltawerken. Het is tevens een 9 kilometer lange wegverbinding tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland, deel van de N57. Lees verder
Zeeland Middelburg – Sint-Jorisdoelen
Op Balans 25 in Middelburg vinden we de Vlaamse gevel van de Sint-Jorisdoelen. Op de gevel van de Sint-Jorisdoelen prijkt trots het jaartal 1582. Het gebouw van de voetboogschutters raakte in mei 1940 volledig verwoest.
De gevel werd in oude luister herbouwd en wordt bekroond door Sint-Joris en de door hem overwonnen draak.
Zeeland Middelburg – Koepoort
Van de middeleeuwse stadsmuren in Middelburg zijn geen restanten bewaard gebleven. Ook de Dampoort en de Noordpoort werden afgebroken. Alleen de Koepoort, meer sier- dan stadspoort, bleef gespaard.
Deze poort werd in 1735 gebouwd in Lodewijk XIV-stijl. De Koepoort heeft aan vier zijden natuurstenen pilasters en een dakversiering met trofeeën en vazen
Zeeland Middelburg – Molen De Hoop
Molen De Hoop is een voormalige koren- en pelmolen aan het Vlissings Bolwerk in Middelburg in de Nederlandse provincie Zeeland.
De molen werd in 1735 als pelmolen gebouwd. Na brand in 1753 werd De Hoop in 1755 hersteld als koren- en pelmolen. Waarschijnlijk werd de molen iets lager hersteld, hetgeen het wat ‘dikke’ uiterlijk van de molen bepaalt. De molen bleef tot 1920 op windkracht in bedrijf, in dat jaar werd het binnenwerk uitgebroken. De molen werd vervolgens omgebouwd tot meelfabriek waarbij een elektromotor het werk overnam. Als gevolg van oorlogshandelingen in 1940 werd De Hoop zwaar beschadigd. In 1948 kwam hij in eigendom van de gemeente Middelburg. In 1954 werd de molen als stilstaand monument gerestaureerd. Pas in 1988 volgde een uitgebreide restauratie waarbij de molen weer draaivaardig werd, het binnenwerk keerde niet terug.
De roeden van de molen hebben een lengte van circa 24,80 meter en zijn voorzien van het oudhollands hekwerk met zeilen
Zeeland Domburg – Stadhuis
Het Stadhuis van Domburg is sinds het opgaan van Domburg en Oostkapelle in de gemeente Veere niet meer als overheidsgebouw in gebruik. Het is als zodanig gebouwd in 1567 voor rekening van de stad Domburg op de plaats waar eerder ook een stadhuis had gestaan. Het gebouw heeft in ieder geval sinds de publicatie van een plaat van Domburg door Smallegange in 1696 geen grote veranderingen ondergaan. Wel is de voorgevel in 1822 opnieuw opgebouwd. In latere jaren hebben aan de oostelijke en noordelijke zijde aanbouwen plaatsgevonden.
Het torentje was al in de 16e eeuw van een uurwerk voorzien. De bel die in het torentje hing in 1913 en wellicht dezelfde is als de bel die er nu hangt werd door de stad in 1749 in Amsterdam aangeschaft en had het randschrift Hendrik Kemper, Amsterdam, 1725. In 1912 is een nieuw uurwerk geïnstalleerd van B. Eijsbouts uit Asten in Noord-Brabant. Omdat de veel zwaardere en dus goed te onderscheiden kerkklok op het halve uur slechts eenmaal slaat, is het uurwerk van het raadhuis gemaakt om alleen op het halve uur en wel voluit te slaan. Zo wist men welk half uur het was.
Op het torentje bevindt zich een windwijzer met het wapen van Domburg met aan weerszijden een meerman.
In het raadhuis hing in de burgemeesterskamer het schilderij van een ongeboren walvis, die nadat zijn moeder op 4 december 1783 bij het Domburgse strand was gevangen en voor spek versneden, werd tentoongesteld in Middelburg als een ‘wonder vis, een vis die nooit geboren is, een vis van honderd twaalf pond, heeft nog geen tanden in zijn mond.’ Volgens de tekst op het schilderij ging het om een cachelot ofwel een potvis waarvan de moeder 8000 pond gewogen had. Zowel de afbeelding als de genoemde gewichten maken duidelijk dat het in werkelijkheid een orka geweest moest zijn.
Vroeger hing aan het stadhuis een zware steen met ketting, zoals te zien is op een gravure die werd opgenomen in Bachenie, Vaderlandsche geographie (1791). Volgens artikel 43 van de ‘voorboden’ was hij bedoeld voor het tuchtigen van ruziënde vrouwen. Zij moesten dan geketend aan de steen een rondje door het dorp maken. Hij zal in 1822 wel verdwenen zijn toen het schavot en de geselpaal die op de zolder van het stadhuis werden bewaard tot brandhout bestemd werden.
Na de hervorming van het gemeentelijk bestuur aan het begin van de 19e eeuw is het ‘stadhuis’ een ‘raadhuis’ geworden.
(bron: wikipedia)