Groningen | Klooster Ter Apel

nederland 2014, ter apel, boslaan, klooster

Tijdens het archiveren van ons foto archief de foto’s van klooster Ter Apel die nog niet waren gepubliceerd. Het klooster is een uit de 15e eeuw daterend voormalig klooster in het zuidoosten van de provincie Groningen bij het dorp Ter Apel. In het conventgebouw zijn onder meer een Museum voor Klooster- en Kerkgeschiedenis & Religieuze Kunst en twee galerieën voor hedendaagse kunst gevestigd. De voormalige lekenkerk van het klooster doet dienst als hervormde kerk.

nederland 2014, ter apel, boslaan, klooster

Deze Boschkerk vormt de zuidvleugel van het klooster. Tegenover het klooster stond vroeger het brouw- en bakhuis van het klooster. Na de opheffing van het klooster werd hier het Commandeurshuis van de stad Groningen gevestigd en nog later Hotel Boschhuis.

nederland 2014, ter apel, boslaan

Ter Apel is het laatste klooster dat in Groningen werd gesticht, maar het enige van de 34 die de provincie in de Middeleeuwen heeft geteld, dat nog als klooster herkenbaar bewaard is gebleven.

Geschiedenis

In 1464 schonk, pastoor in Garrelsweer en vicaris in Loppersum, zijn nederzetting Apell aan de Orde van het Heilig Kruis (Ordo Sanctae Crucis) onder voorwaarde dat op deze plek een klooster zou verrijzen. In mei 1465 kwam het Generaal Kapittel van de Kruisheren bijeen in Hoei aan de Maas. Het Ordebestuur van dit klooster accepteerde Apell als een Godsgeschenk. Het benoemde het Kruisherenklooster Sint Gertrudis in Bentlage aan de Eems bij Rheine tot moederklooster. Van hieruit werden vier priesters en enkele lekenbroeders naar Apell gestuurd. Zo ontstond er een nieuw klooster in de landstreek Westerwolde, dat de naam Domus Novae Lucis kreeg, Huis van het Nieuwe Licht. Tussen 1465 en 1561 werd gewerkt aan de bouw van het klooster volgens een middeleeuws plan. Behalve het conventgebouw, betekende dat ook de realisatie van onder meer een poortgebouw, watermolensperkamenthuis, bak- en brouwhuis en een gastenverblijf. Met de verovering van het gebied door Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg in 1593 werd het katholieke geloof afgezworen (Reformatie). Het klooster kwam, net als Westerwolde in het bezit van de stad Groningen.

Stormen, brand en hoge onderhoudskosten zorgden voor grote problemen in de eeuwen na 1600. Het statige klooster onderging daardoor helaas veel aanpassingen tot 1930. De westgevel werd na 1755 gesloopt. De bovenverdieping met de cellen van de Kruisheren onderging in 1834 hetzelfde lot evenals de bouwvallig geworden gewelven in de kerk (1837). In tegenstelling tot alle andere kloosters in Groningen, bleef gelukkig toch het nodige van Domus Novae Lucis overeind. Dit werd tussen 1930 en 1933 op initiatief van de Stad Groningen, destijds eigenaar van de enclave, geconserveerd en gerestaureerd. Het herstelplan stond onder leiding van Stadsingenieur De Vos tot Nederveen Cappel. Op de begane grond bleven de drie vleugels van het oorspronkelijke vierkant bewaard: de Kanunniken– en Lekenkerk in de zuidvleugel; de Kapittelzaal en Sacristie in de oostvleugel; de Refter (thans Kloostercafé ‘De Refter’), overwelfde Proviandkelder, Subpriorkamer, Priorkamer en Gastenverblijf in de noordvleugel. Door de overwelfde bakstenen kruisgang bleven deze ruimtes met elkaar verbonden. Ze omsluiten de Kloosterhof met kruidentuin.

Sinds 1992 behoort Klooster Ter Apel tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Onder leiding van de Deense architect Johannes Exner werd medio 2000 begonnen met de bouw van de nieuwe westvleugel en uitvoering gegeven aan het restauratieplan van OVT architecten uit Groningen. In september 2001 werd het werk opgeleverd.

Naast het klooster stond tot 2007 een oude linde met de bijnaam Twaalf Apostelenboom.

Bron: Wikipedia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *