Limburg Bleijenbeek – Ruïne Kasteel Bleijenbeek

Vele jaren was het kasteel Bleijenbeek in Limburg in bezit van adelijke families, die hier woonden met hun gezinnen. Tot het einde van de achtiende eeuw woonden op het kasteel de heren van Afferden en Heukelom. De geschiedenis gaat hierbij terug tot het midden van de veertiende eeuw. Het landgoed was toen eigendom van de familie Van Meerlo. Een dochter van die familie, die het landgoed had geërfd, trouwde met ridder Rutger van Alphen. Hij liet op zijn nieuwe bezit een kasteeltje bouwen.

Vijftig jaar later was Van Alphen het zat in Afferden en ruilde de boel met ene Wynand Schenck van Nydeggen. Omdat deze geen kinderen had, erfde zijn broertje Derick het kasteel. In de vijftiende eeuw is de bestaande bebouwing gesloopt, waarna begonnen is met de bouw van wat begon als een verdedigbare boerderij, tot een volledige middeleeuwse burcht.

Derick Schenck van Nydeggen, heer van kasteel Bleijenbeek in Afferden, was keurig getrouwd met ene Aleid, maar had daarnaast een stevige verhouding met een meisje met dezelfde voornaam, maar een minder adellijke achternaam. Ze heette gewoon Custers. Derick Schenck kreeg maar liefst acht onechte kinderen bij zijn vriendin. Een van hen was Maarten. Toen hij dreigde te sterven vond vriendin Aleid het de hoogste tijd om alsnog snel te trouwen, zodat haar acht kinderen een belangrijke naam zouden meekrijgen. Vlak voor hij definitief de ogen sloot, gaf Derick zijn jawoord aan Aleid, waardoor Maarten en zijn zeven broers en zussen zich Schenck van Nydeggen mochten noemen. Maartens nichtje vond dat meer dan schandalig en vocht het bezit van Bleijenbeek aan. De hertog van Gelre gaf haar gelijk en schonk het kasteel aan haar man, Dederick van Lippe, een lid van de Zuid-Limburgse familie Hoen zu Broech.

Maarten was woedend. Hij sloot zich onmiddellijk aan bij de Staatse Nederlanden (De Tachtigjarige Oorlog was gaande) om onder het mom van trouw aan de prins van Oranje tegen de Spaanse bewoners van het kasteel te vechten. Maarten wist het kasteel na een woeste slag te veroveren en trok er met volle glorie binnen (1589). Het gebouw raakte hierbij zwaar beschadigd. Toen de Spanjaarden korte tijd later de macht in Afferden kregen, was hij plotseling zo Spaansgezind als de hertog van Alva zelf. In de zeventiende eeuw is het gebouw hersteld en uitgebreid. Toen heeft het kasteel de vorm gekregen, die in grote lijnen behouden is tot het fatale bombardement in februari 1945.

In 1704 was het afgelopen met de familie Schenck van Nydeggen. De laatste afstammeling stierf kinderloos. Dus kwamen de rechtmatige erfgenamen van twee eeuwen eerder weer op de proppen: de familie Hoensbroech. De Hoensbroechs bleven tot 1872 in Afferden wonen. De families Schenck van Nijdeggen en van Hoensbroeck hebben voor dit gebied veel betekend. Buiten hun woonverblijven vonden zij in de omgeving hun bezigheden. Zij hadden hier grote zeggenschap.

Zij maakten ook gebruik van een theehuisje, waarvan de restanten nog aanwezig zijn op het kasteelterrein nabij de weg Afferden-Siebengewald. Dit theehuisje bood niet alleen gelegenheid tot rust na gedane arbeid. Het gaf ook een uitzicht op het gebeuren buiten het eigen terrein. Het theehuisje was een waardevol onderdeel van het kasteel, dat een goed voorbeeld was van een ridderlijke woning uit de 17de en 18de eeuw.

Nadat de Hoensbroechs in 1872 Afferden hadden verlaten, kreeg in dat jaar de geestelijkheid in Duitsland te maken met de Kulturkampf. Talloze geestelijken namen de benen en vluchtten naar het buitenland. Graaf Franz Egon von und zu Hoensbroech vond het allemaal zielig en besloot zijn kasteel beschikbaar te stellen aan een stel gevluchte jezu ïeten. Zelf vertrok de graaf met zijn familie naar slot Haag in Geldern, waar zijn nazaten nu nog steeds wonen. De paters haalden alles wat werelds was weg uit het kasteel en bouwden er een grote kapel bij. In 1900 konden ze terugkeren naar Duitsland. Nieuwe geestelijken dienden zich bij de graaf in slot Haag aan om het kasteel in Afferden te mogen bewonen. Het waren de zusters Ursulinen die kort na de eeuwwisseling het kasteel betrokken. Zij haalden op hun beurt weer alles weg wat aan de paters deed denken. Kort nadat ze hun intrek in Bleijenbeek hadden genomen brandde de oude voorburcht helemaal af. In 1917 verkochten ze het kasteel door aan een Wassenaarse koopman, die de boel wilde restaureren, maar eigenlijk geen geld had. Hij kwam niet verder dan het herstel van een paar daken en vloeren. Omdat het kasteel een financieel blok aan zijn been werd, besloot hij het twintig jaar later door te verkopen aan een zakenman uit Nijmegen.

19 Februari 1945, de bevrijding van Noord-Limburg en de strijd om kasteel Bleijenbeek.

De bevrijding van Noord-Limburg stokt even bij kasteel Bleijenbeek bij Afferden. Een handjevol Duitse parachutisten houdt daar dagenlang verbeten stand. De Schotse militairen stuiten op grote tegenstand en worden met verliezen teruggeslagen. De Britse luchtmacht moet er uiteindelijk aan te pas komen om de Duitse verzetshaard op te ruimen. Op 17 februari 1945 besloten de Engelsen het kasteel te bombarderen, omdat de Duitsers er niet uit te krijgen waren. Op 22 februari wordt het kasteel met de grond gelijkgemaakt. Het werd nooit meer herbouwd, omdat niemand meer aanspraak maakte op de ruïnes.

De ruïne is nu de woonomgeving van vele vleermuizen en is vanwege instortingsgevaar niet van dichtbij te bezoeken. Slechts sporadisch zijn onder begeleiding van een gids de kelders te bezoeken waar de vleermuizen zich ophouden. Vlakbij de kasteelruïne- stroomt de Eckeltse beek door een gevarieerd dal op weg naar de Maas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *