Vindgeluk in het Noorderplantsoen onthuld

Wethouder Jan Seton onthulde vanmiddag, in regenachtige weersomstandigheden,   samen met kunstenaar Annemarieke Weber, en initiatiefneemster Willemien Wierenga een conceptuele interactieve kunstinstallatie het Vindhek© op het grote speelveld van het Noorderplantsoen.steden nederland, groningen, oranje- en plantsoenwijk

De Groninger wethouder liet in zijn toespraak even ontvallen dat het initiatief nog al wat voeten in de aarde gehad heeft. Hij maakte als CDA wethouder gebruik van het Bijbelse gezegde; Zoekt en gij zult vinden. Bij het Vindhek het omgekeerde, vinden wat je kwijt bent.

Annemarieke Weber gaf in haar verhaal aan dat het Vindhek  gaat over RESPECT, EERLIJKHEID EN VERTROUWEN en dat zit in de mensen zelf en sluit aan op het betoog van de wethouder.  Alle foto’s van deze middag: klik hier

Deze slideshow vereist JavaScript.

Annemarieke Weber was blij met de grote opkomst voor de onthulling van het Vindhek in het Noorderplantsoen in Groningen.  Haar verhaal deze middag  is een kerstverhaal. Dat is niet het seizoen, maar als u het hoort en leest, dan begrijpt u het vast.

Het was bijna Kerst, Kerst 2009. Ik zat op het Vindhek in het Amsterdamse Westerpark. Natte sneeuw hing in de lucht en ik had net mijn laatste zwavelstokje aangestoken. Een man stapte van zijn fiets en hing een gevonden leesbril aan een van de knijpers. Het was een pimpelpaarse. Hij glimlachte – de hele wereld klaarde op – de man reed verder. Het park was weer stil. Het begon te motsneeuwen. De vlokken kriebelden in mijn ogen en sissend doofde mijn laatste zwavelstokje. Opeens hoorde ik vrolijk getinkel van belletjes en voor ik het wist doemde er een met rood fluweel beklede arrenslee op. Ik herkende Rudolf aan zijn scharlaken neus, waar de damp uit sloeg. “Ho, ho, ho”riep een zangerige vrouwenstem. De teugels spanden en Rudolf stopte gedwee. De slee landde. In een wolk van witte tule stapte een Kerstfee uit de slee. “Ho, ho, he,he,” zei ze en veegde het zweet van haar voorhoofd. In haar grijze lokken twinkelden gouden sterretjes. “We hebben zó hard gevlogen, Rudof en ik, helemaal vanuit het Hoge Noorden.” Ze stak haar hand uit. “Jij bent toch Annemarieke van het Vindgeluk?”vroeg ze. “Ja”knikte ik en schudde haar hand. “Wat mooi om je persoonlijk te onmoeten,”zei de fee.  “Ja, daar zijn mijn Vindhekken ook voor bedoeld,” antwoorde ik, “om elkaar te ontmoeten. Stelt u zich eens voor:  je raapt een verloren voorwerp op  van iemand die je niet kent en hangt dat in het Vindhek. Is dat geen aardig gebaar? En wie weet ontmoet de vinder op dat moment de verliezer.
Daar gaat het mij om: dat je even stilstaat bij elkaar, en elkaar in levende lijve ontmoet.” “Eigenlijk wil ik ook wel een Vindhek in het plantsoen in mijn buurtje,” zei de fee.
Terwijl de eerste narcissen hun trompetten naar de zon staken, mailde de fee: “de loopgroep Astrea, de Oranje-, Schilders, Hortus- en Noorderplantsoenbuurt, het A-kwartier en Stichting Noorderzon willen ook allemaal een Vindhek. “ Dat beloofde heel veel nieuwe ontmoetingen.
Nu weet u dat een fee in sprookjes altijd eerst een stiefmoeder of zo moet overtuigen. De stiefmoeder uit de City of Talent had een levendige fantasie. Zij wilde de belletjes uit het voetcarillon op de speelweide halen, stelde voor om het dak van het paviljoen “Jantje zag eens pruimen hangen”t te slopen, Amsterdamse School of niet. Zij wilde het Pieterpad omleggen, de muziekkoepel blinderen, de heuvel afgraven en  het beeld van de Wisent vervangen door een sikkenbok. En zo verstreken de jaren.  Eerst zou Sinterklaas het Vindhek onthullen, vervolgens de Paashaas en ten slotte de Kerstman.
“Dat kan toch niet waar zijn,”mailde de fee naar de Randstad. “We wachten nu al negentien maanden op de vergunning. En straks maakt die stiefmoeder de Martinitoren nog een kopje kleiner, moeten de droge worsten voortaan een knik hebben, moet de Grunninger mosterd blauw, de koek groen en verandert ze het Peerd van ome Loeks in een paling.”
Toen dacht de fee terug aan de woorden over de waarde van een echte ontmoeting en nodigde de stiefmoeder uit voor een kopje thee bij haar thuis. Toen de fee de koekjes ging halen in de keuken, keek de stiefmoeder stiekem in de glazen bol van de fee. Ze zag het Vondelpark.  Daar fotografeerden toeristen en dagjesmensen het Vindhek. Ze hoorde twee meisjes die elke dag bij het Vindhek  afspraken en dan samen verder fietsten naar hun gymnasium. Ze las de zoete liefdesbriefjes die in de knijpers hingen en de blog in The New York Times. Ze zag zelfs een reportage op de Japanse televisie waarin een jongedame zei: “Ik vind dit kunst, ja.” En toen de stiefmoeder tenslotte zag hoe een jochie zijn beduimelde knuffel weer in zijn armpjes sloot, smolt haar moederhart.

“Ik wist niet dat ik het in me had,” zei de stiefmoeder “maar ik doe gewoon met je mee,” en ze pakte een koekje uit de trommel die de fee haar voorhield. “Dat Vindhek gaat over RESPECT, EERLIJKHEID EN VERTROUWEN en dat zit in de mensen zelf, iedereen weet wat die waarden inhouden, zelfs ik.” En zo hingen de fee en de stiefmoeder nog vaak een gevonden voorwerp in het Vindhek en brachten ze samen het Vindgeluk naar het Noorderplantsoen.

U begrijpt dat dit Kerstverhaal en alle hoofdrolspelers verzonnen zijn. Behalve de goede fee. Voor haar rol stond Willemien Wierenga model. Dankzij haar kritische optimistische, doorzettingsvermogen en vastberadenheid kunnen we nu het Vindhek onthullen en wordt dit kerstsprookje een zomerwaarheid. Bedankt Willemien, bewoners, gemeente Groningen en alle betrokkenen en Vrienden van het Vindhek.

3 gedachten over “Vindgeluk in het Noorderplantsoen onthuld

  1. Pingback: Een vindhek in Groningen | Haagspraak

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *