Alleen maar slachtoffers | Karin Smalbil

steden nederland, delftHet is een niet alledaags gezicht in de rechtbank. Ze ligt strak naast haar baas. Met een bordje op haar rug met de tekst: ‘Niet aaien, ik ben aan het werk.’ Ze oogt ontspannen. Een welkome afleiding in de trieste zaak die op de rol staat. Ze leidt haar baas, de blinde weduwnaar, naar zijn plek op de tribune waar ze met haar ziende ogen trouw naast hem wacht. 

Louter slachtoffers
Verkeersongevallen met dodelijke afloop kennen alleen maar slachtoffers. Hij zit er wel, Uwe, maar eigenlijk ook niet. Hij heeft zijn schouders gebogen. Hij haalt af en toe zijn handen door zijn haar en over zijn gezicht. Ten tijde van het afschuwelijke ongeluk woonde Uwe net een maand of vijf in de stad. Kende de wegen redelijk goed. Het rijbewijs heeft hij al vijf jaar op zak en hij rijdt in een A3 van een duur merk.

Het zebrapad en de dame met de blindegeleidestok
Uwe slaat linksaf. Hij ziet haar wel. Het ziet er niet naar uit dat ze wil oversteken, volgens Uwe. Omdat hij er dagelijks langs rijdt is hij goed bekend met de situatie in de buurt. Rechts van het zebrapad staat ze. Nog ver weg op de stoep. Hij rijdt een kilometer of 25/30 per uur. Hij kan na de bocht nog niet sneller optrekken. Uwe ziet fietsen tegen een lantaarnpaal staan, kliko ‘s op de stoep. Hij mist.

Een forse knal
Hij voelt dat zijn auto rechtsvoor wordt geraakt. Glas versplintert. Hij ziet mensen toesnellen. Hij rent uit zijn auto en legt zijn jas over het slachtoffer, de 71-jarige vrouw. Haar blindegeleidestok ligt ver van haar. Zij overlijdt een week later aan haar verwondingen in het ziekenhuis. Zij laat een schat aan herinneringen na en een leegte in huis.

De getuige
Hij reed achter Uwe. Hij zag dat de auto fors optrok en naar links uitweek voor een vrouw die met haar stok probeerde over te steken. De snelheid was niet echt in te schatten. De getuige vermoedde dat hij haar vóór wilde zijn.

De TomTom
Nu zijn er wat belemmeringen in het zicht. De kliko’s, de fietsen, een lantaarnpaal. Verder niet. De TomTom lag wel op de bijrijdersstoel en niet in de houder. Het ding zou van de houder afgewipt kunnen zijn door de klap maar ook zou Uwe met het ding geprutst kunnen hebben toen hij de bocht nog moest nemen. Uwe verklaart ter zitting altijd rustig te rijden. Hij zegt dat het hem vreselijk spijt. Hij is duidelijk aangedaan. De belemmering van Uwe is dat hij zich zo weinig kan herinneren van dat moment.

Nooit meer rijden
Uwe is de officier van justitie een slag voor door te zeggen dat hij nooit meer wil rijden. “Nie wieder.” Ze kunnen hem rustig zijn rijbewijs afpakken. Zijn auto verkocht hij kort na het ongeluk. Het is voor Uwe wel klaar. Door deze gebeurtenis stopte hij met zijn studie aan de Hogeschool en heeft sinds de fatale vierde oktober van 2012 psychische hulp. Iedere week.

Boete
Onduidelijk is hoe hard hij nu werkelijk heeft gereden. Toch heeft hij volgens de officier achteraf de onjuiste beslissing genomen toch door te rijden, wetende dat er iemand aan de start van het zebrapad stond. Ze eist een onvoorwaardelijke boete van vijftienhonderd euro en (“Al zal meneer daar niets van voelen”) een rijontzegging van een jaar. Als bonus krijgt hij twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Alleen maar slachtoffers
Buiten de zittingszaal maak ik een praatje met de nabestaanden. Met de weduwnaar. Verdriet alom. Ik zie blinde, roodomrande ogen en een zwangere kleindochter. Dat zeg ik. Alleen maar slachtoffers.

Bron: Karin Smalbil

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *