De aanranding | Karin Smalbil

steden nederland, groningen, herewegbuurtAls ik een rechtszaak beschrijf, dan kun je er niet omheen dat daar, áchter zo een zaak, veel personen –ongewild- bij zijn betroken. Niets vermoedende wandelaars, omstanders, familie, een toevallige voorbijganger. Iedereen met een beetje geheugen haalt zich snel een bepaald voorval voor ogen waar hij of zij ooit getuige van was of waar hij of zij de gevolgen van ondervond. In deze zaak gaat het om aanranding en beroving.

Groningen is een stad als andere steden. Dagen vol kleur en activiteiten, de nachten donker maar gezellig in het uitgaangebied. Zo ook voor de 19-jarige Anne. Ze is studente en woont sinds een jaar in de stad. Het bevalt haar prima. Ze spreekt regelmatig af met medestudenten om ergens iets te gaan drinken. Op de bewuste avond heeft ze met een aantal medestudenten plezier in een café in de stad en bespreken ze het aankomend weekend.

Tegen een uur of half één vindt Anne het welletjes. Ze zegt haar cafégenoten gedag en klikt haar fiets van het slot. Ze trapt stevig op haar pedalen, des te eerder ligt ze in haar bed. Eenmaal vlakbij het laantje waar ze haar fiets kan stallen wordt ze uit het niets om haar nek gegrepen en achterover gedrukt door de greep. Ze probeert zich los te wrikken maar dat mislukt. Ze voelt een hand op haar bil en daarna een hand in haar kruis. Haar tas wordt ruw van haar stuur gegrist.

Ze gilt en schreeuwt in de hoop dat de buurt wakker wordt. Deuren openen zich, mensen komen naar buiten. De greep rond Anne houdt op, abrupt. De man in kwestie vlucht zoals hij kwam, als een dief in de nacht. Ze draait zich om. Een hond blaft. Een buurman rent achter de fietser aan maar helaas. Weg is hij. 112 wordt gebeld, een signalement van vrijwel niets maar hij verdween in de richting van een park en reed op een fiets zonder verlichting. Met de tas.

Een paar straten verderop signaleert politie een man die fietst zonder verlichting. Hij valt ook op door een grote damestas . Eenmaal door de politie staande gehouden valt de puzzel al snel in elkaar. Het is Joe. De tas die hij bij zich draagt man draagt behoort toe aan Anne.

Ergens deze zomer in de rechtbank. De 34-jarige –van drugs afhankelijke- Joe moet zich in de zittingszaal verantwoorden voor zijn daden. In die nacht zijn in totaal vijf vrouwen slachtoffer geworden van aanranding en beroving. Ook zij zijn door hem overmeesterd en in het kruis gegrepen. Twee daarvan zijn beroofd van hun tas. Anne is er ook. Zij leest haar slachtofferverklaring voor. In tranen vertelt ze over de bewuste nacht. Over haar studietijd in deze mooie stad. Dat ze is gestopt met haar studie en haar kamer heeft opgezegd. Dat ze zich niet meer kan concentreren en elke dag grote angst voelt. Over de slaapmedicatie in de eerste weken, de nachtmerries. Dat Joe al eens eerder in Zwolle heeft vastgezeten voor een verkrachting komt ter sprake tijdens de zitting. Nu kan ik aan het eind van deze column de opgelegde straf die hij krijgt opschrijven, ik doe het anders. Ik eindig met een zin uit de verklaring van Anne. Omdat dat alles samenvat.

Anne: ,,Mijn vader had kanker. Midden in die bewuste nacht heeft mijn moeder mijn ernstig zieke vader alleen gelaten om mij te steunen op het politiebureau. In die nacht zijn we teruggegaan naar Friesland. De bewuste tas, die kreeg ik toen ik met de studie startte van mijn vader. Daar heeft iemand die er drugs voor wilde kopen met zijn poten aangezeten. En iemand zat met zijn poten aan mijn vaders kind. Aan mij. Mijn vader overleed drie weken na deze afschuwelijke nacht.”

Verzint u zelf de gevolgen voor Anne maar.

De naam van Anne is om privacy redenen gefingeerd.

Bron: Karin Smalbil

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *