Groningen Centrum Der Aa-kerk Onze Lieve Vrouwe ter Aa

De  Der Aa-kerk (ook: A-kerk) is, naast de Martinikerk, het tweede middeleeuwse kerkgebouw in het centrum van de stad Groningen. Gezien vanaf de Vismarkt torent de kerk, gelegen aan het Akerkhof, hoog uit boven de Korenbeurs.

Oorspronkelijk stond hier een kapel gewijd aan Sint-Nicolaas en Maria. Sint-Nicolaas was de schutpatroon van de schippers die vlakbij in de Westerhaven hun schepen afmeerden. De kapel ontving in 1247 de status van parochiekerk en kreeg de naam Onze Lieve Vrouwe ter Aa. Groningen ontstond in twee “kluften” of wijken. Een kern was gegroepeerd rond het prefectenhof en de Walburgkerk en was op het bestuur en de landbouw gericht. De andere kern lag rond de der Aa-kerk en huisvestte vissers en handelaren. Deze tweede kern zou wellicht oorspronkelijk Fries geweest zijn; volgens de overlevering heeft er tot in de zestiende eeuw een afbeelding gehangen van Karel de Grote met een onderschrift dat verwees naar de door hem verleende Friese Vrijheid.

De kapel werd verschillende malen verbouwd, zodat er in de vijftiende eeuw (1425-1495) een bakstenen kruisbasiliek stond. De kerk onderging daarna nog verschillende wijzigingen als gevolg van vernielingen door oorlogsgeweld (Reformatie, Bommen Berend) en blikseminslag (1671) en het daaropvolgende herstel.

De drie opeenvolgende torens van de der Aa-kerek

Afbeeldingen van het beleg door “Bommend Berend” in 1672 laten zien dat de Der Aa-kerk, die binnen het bereik van de Munsterse kanonnen stond, zijn spits had verloren. Dit kwam echter niet door het bombardement, maar door een storm in het jaar 1671, waarbij ook de Martinitoren geraakt werd, die men wel heeft kunnen redden van complete verwoesting. Na het ontzet werd een nieuwe houten spits gebouwd.

Op 23 april 1710 stortte de toren spontaan in. Er waren twee slachtoffers te betreuren. De Frankforter burgemeester Zacharias von Uffenbach, die op bezoek was in Groningen beschrijft in zijn dagboek, dat hij genietend van het uitzicht vanaf de Martinitoren plotseling ontdekte dat de toren van de Der Aa-kerk was verdwenen:

“Een geweldig geschreeuw vervulde de lucht. Op de brokstukken van de kerk zitten vrouwen te wenen als oudtijds de Israëlieten bij de waterbeken van Babylon

In 1711 werd met de bouw van een nieuwe toren begonnen. Hierbij werd het schip iets ingekort. Deze toren kreeg in 1714 drie barokke klokken, gegoten door J. Crans uit Enckhuysen. Zij hebben de toonhoogten bes0, d1 en f1 en als doorsneden in dezelfde volgorde: 175cm (3340kg), 136cm (1640kg) en 112cm (870kg). In de 20e eeuw werd de kerk enkele malen gerestaureerd, voor het laatst in 1982.

De Der Aa-kerk in de 20e eeuw

In de jaren na de oorlog nam het aantal gelovigen in Groningen sterk af en het gebouw raakte in verval. Het koor werd zelfs jarenlang als fietsenstalling gebruikt.

De toren was, zoals de meeste kerktorens, sinds het begin van de negentiende eeuw bezit van de overheid en werd wèl redelijk onderhouden.

Bij een grote restauratie van kerk en toren in 1982 werd het kleurenschema van de toren, zachtgrijs en blauw, opvallend gewijzigd. De architecten kozen voor een historische reconstructie en lieten delen van de toren okergeel schilderen.

Het gebouw is tegenwoordig niet meer als kerk in gebruik, maar wordt gebruikt voor het houden van tentoonstellingen en dergelijke, zoals de fotomanifestatie  Noorderlicht.

Afmetingen

De Der Aa-kerk heeft een koor, schip en sacristie. Het koor is 500 m² (20 × 25 meter), het schip is 625 m² (25 × 25) en de sacristie is 30 m², in totaal dus 1155 vierkante meter. De breedte van de kerk is 25 meter en de lengte van koor en schip samen 50 meter, maar de hele lengte van de kerk (inclusief de toren) bedraagt 60 meter. De hoogte van de toren van de Der Aa-kerk is 76 meter, de hoogte van de gewelven is 26 meter.

De Naam

Er is wat verwarring over de naam van de kerk, die de meeste stadjers kennen als de A-kerk. Van oorsprong heette hij de Kerk van Onze Lieve Vrouwe ter Aa. Na de reformatie heeft de kerk verschillende namen gehad: Ter Aa-kerk, Dra-kerk, Der Aa-kerk en A-kerk. Na de restauratie van de kerk in de jaren tachtig heeft men besloten de naam officieel vast te stellen als de “Der Aa-kerk”. De naam is afgeleid van de vlakbij stromende Drentsche Aa, die deel uitmaakt van de Groninger Diepenring. De omgeving van de kerk, met name de straat van het Hoge der Aa naar de Grote Markt, vormt waarschijnlijk het oudste deel van de Groninger nederzetting.

Orgels

Nadat de kerk het honderd jaar zonder orgel had gedaan (bij de instorting van de toren in 1710 ging het eerste door Arp Schnitg gebouwde orgel verloren), gaf Koning Willem I in 1814 toestemming om het Schnitgerorgel uit de Broerkerk over te plaatsen. Dit gebeurde in 1815 door orgelmaker J.W. Timpe, die het orgel moest aanpassen aan de situatie in de Der Aa-kerk. In 1857 kreeg orgelbouwer Van Oeckelen de opdracht om het orgel drastisch te verbouwen, waardoor het hoofdwerk van negen naar dertien registers werd uitgebreid. Op 14 oktober 2011 zal het orgel, na een jarenlange restauratie, weer in gebruik worden genomen. Het orgel is, net als de kerk, een Rijksmonument.

Naast het Schnitgerorgel heeft de Der Aa-kerk nog een (niet werkend) orgel: het “Bolswarder orgel”, gebouwd rond 1635 en geplaatst in de Broerekerk te Bolsward. Na diverse veranderingen en omzwervingen kwam het in de Martinikerk terecht. Toen de kerk gerestaureerd werd ontdekte men bevestigingsgaten voor een orgel in het zuidertransept. Men ging toen op zoek naar een passend orgel en zodoende hangt het nu in de Der Aa-kerk te pronken.

Groningen Selwerd – Kerkorgel de Fontein

Het Mense Ruiterorgel – de Fontein

Typische Mense Ruiter-kenmerken zijn terug te vinden in het galerij-orgel in De Fontein aan de Eikenlaan 265 in de Groninger wijk Selwerd. Hoewel het orgel geclassificeerd wordt als een neo-barok-orgel, is meteen duidelijk dat de naam neo-barok enigszins misleidend is. De inspiratiebron van de neo-barokke orgels waren weliswaar de oude barokorgels, maar kasvorm, windladen, mechaniek en mensuren lijken totaal niet op die van de orgels uit de barok. De klavieren van het Fontein-orgel lopen bijvoorbeeld tot g”’ (g3, dat wil zeggen 56 toetsen); een romantische invloed, die pas na 1828 in Groningen in de orgelbouw voorkomt. Echte barokorgels hebben niet meer dan 49 toetsen.

Het orgel werd in 1961 in gebruik geno­men in de toen al vijf jaar oude Goede Herderkerk. In 1997 onstond door het federeren van een aantal gereformeerde en een hervormde wijkgemeente de huidige SoW-gemeente De Fontein. Bij dit proces werden een drietal kerkgebouwen geslo­ten, waaronder de Goede Herderkerk (juni 1997) en een nieuw kerkgebouw gebouwd aan de Eikenlaan: De Fontein (geopend november 1998; architect Karelse van der Meer). Door een gelukkig toeval, de nieuwe eigenaar van de Goede Herderkerk was een pinkstergemeente, kon het orgel uit deze kerk worden meegenomen naar het nieuwe kerkgebouw. Vrij bijzonder bij de nieuwbouw van De Fontein is het feit dat voor de bouw al duidelijk was welk orgel in de kerk zou komen. Het orgel in De Fontein kon daarom in overleg tussen orgelbouwers en architect een zo goed mogelijke plaats worden gegeven. Vanwege het noodzakelijke droogstoken werd in het najaar van 1999 begonnen met de her-plaatsing van het orgel door de firma Mense Ruiter Orgelbouwers bv uit Zuidwolde.

Op 28 januari 2000 werd het orgel tijdens een feestlijk concert weer in gebruik genomen. Tijdens de opbouw zijn een paar wijzigingen aangebracht aan het orgel. Zo bleek de grondtoon in De Fontein nogal te worden versterkt, vooral de lage tonen. De lage tonen zijn daarom wat zwakker gemaakt; het hoge gebied is ongewijzigd gebleven. Het hoofdwerk van het orgel is verder uitgebreid met een Trompet 8′ .

Dit is een origineel, nog door Mense Ruiter gemaakt exemplaar, dat nog aanwezig was bij het orgelbouwbe­drijf. Ook is de kast (gedeeltelijk) vernieuwd: het orgel is indertijd in de Goede Herderkerk ingebouwd, waardoor bij de demontage een deel van de kastcon-structie moest worden stukgezaagd. Een orgel kent een aantal verschillende registergroepen met elk een eigen klank­kleur. De belangrijkste daarvan zijn de prestanten (hoofdpijpen, verantwoor­delijk voor de specifieke orgelklank), de fluiten (o.a. holpijp, roerfluit en speelfluit) en de tongwerken (Bazuin, Trompet en Dulciaan). De grootste orgelpijp in het Fontein-orgel heeft een lengte van 2,45 meter (8′=8 voet).

De muziek is Eén van de werken: Herr Jesu Christ, dich zu uns wend’a 2 Clav. E. Pedale-BWV 709 gespeeld door organist  Sietze de Vries.

 

 

Groningen Centrum Martinitoren Martinikerk

Het is 530 jaar geleden dat de bouw van de huidige Martinitoren was voltooid. Dit betreft het stenen gedeelte, twee vierkanten en een achtkant elk voorzien van een rijk bewerkte gotische trans of omloop is gebouwd uit Bentheinier zandsteen. Lees verder